57 en banken en een soort leuningstoel zich bevinden waaraan men kan ziendat ze door den eigenaar dezer schamele woning zelf zijn vervaardigd. In dezen stoel is een grijsaard gezeten. Zijn geheele voorkomen verraadt den weleer zoo moedigen zeeman. Iloevele stormen zijn er niet over dat hoofd gegaan Iloe dikwijls heeft niet de dood zijn langen arm naar hem uitgestrektDe diepe rimpels en verweerde gelaatstrekkenwaarin evenwel nog wilskracht en onversaagdheid te lezen staan, ontsieren den grijsaard nietmaar maken hem des te meer eerbiedwaardig. Op dit oogenblik rust zijn blik op een knaapje, dat aan zijn voeten bezig is een schuitje van een ouden klomp te knutselen. Als hij niet meer voort kan, helpt de oude man hem verder. Een glimlach speelt om zijne lippen. Hij ziet eene geheele toekomst in dat ijverige jongske. Als hij zijn oog echter weer opheft, herneemt ^zijn gelaat de ernstige plooi en zegt hij degen eene jonge vrouwdie over haar naaiwerk gebogen tegenover hem zit: »De lucht betrekt, in 't noorden broeit er iets." Nu en dan heeft ook zij reeds een ongerusten blik dooi de verweerde glasruitea van het eenige raam der hut geworpen. »Ja, maar 't zal, hoop ik overdrijven," antwoordt ze «Als wij t maar hier krijgen, dan hebben onze mannen er ten minste niet van te lijden. En Albert is pas betei Als het hen treft, loopt hij weer gevaar in te storten en dan'Ze schrikt op bij het hooren van een verwijderden donderslag.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 213