EEN PRIJSCOURANT.
Mijn vader heette Mozes Koppie,
Mijn moeder Sarah Lik,
Hun jongste zoontje heette Joppie
Dat baasje, dat ben ik.
'k Had zeven broers en twintig neven
't Getal was wel wat groot
Gelukkig dat niet allen bleven
De meesten gingen dood.
Daar wij nog met ons drieën bleven,
Zoo sloten wij ons aan
En zouden, om te kunnen leven,
Een zaakje drijven gaan.
Daar het soms wel kon geschieden,
Dat gij ons eens noodig hadt,
Haast ik mij u aan te bieden,
Wat onze prijscourant bevat.
Leege ilesschenoude boeken
Schoenesmeer en prentenboeken,
Contrabassen en trompetten
Koffiekannen, oude petten,