71
Onder meer, was het aan niemand toegestaan
Naar den zolder te gaan.
Maar, evenals je er wel meer van hoort,
Dat een verboden vrucht het meest bekoort
Was een der liefjes er achter gekomen
Dat het slot uit de zolderdeur kon worden genomen
En al ras ging het van mond tot mond,
Dat er zich zeker iets bijzonders daarboven bevond.
De deur was niet moeielijk open te krijgen,
En eens even de trappen op te stijgen
Was in minder tijd gedaan,
Dan je noodig hebt om een blad om te slaan.
Het was echter pikdonker, en er was niets te zien
Van al het merkwaardige, dat de zolder kon bièn
Alleen vond onze heldin dat er een macht van appels lagen.
Zij nam er zooveel mee, als zij slechts kon dragen
Want, hoewel het de goede ziel
Wel wat tegen viel,
Dat het niet de eene of andere verborgen schat was,
Kwamen de vruchten haar toch volstrekt niet van onpas.
Toen de overigen dit te weten waren gekomen
Hadden zij al dadelijk het besluit genomen,
Zoo spoedig mogelijk nog een slag te slaan.
Dien avond nog zou er een naar boven gaan.
Men zou lotenwie ze zou gaan halen
Terwijl de overigen zich tot uitkijken zouden bepalen.
Op Coba Nelann viel het lot
Zij ging vol moed op weg, en verbrak het slot,
Steeg op, vulde de medegenomen kussensloop,
Naar zij dachtmet de grootste appelen uit den hoop