76
hij beter wordenHelaasde dokter zette van
nacht zoo'n bedenkelijk gezicht, en zeide, dat de
koorts niets verminderd was. Ik mocht niets aan
zijne mama zeggen ik moet bij haar de hoop levendig
houden. Zou zij er veel om geven of hij in leven
bleef of niet? Gisteren is zij even komen zien of hij
ook verergerd wasgeen twee minuten heeft zij bij
hem getoefd, en toen de dokter om drie uur kwam,
moest ik zeggen dat zij uit wasvooral moest ik den
dokter beleefd behandelen; hij moest kunnen zien, dat
hij aan het ziekbed van den baron Van Groeneveld
stond. Wat was mijne moeder toch anders. Ik zie
je nog voor me, lieve moeder, zooals je voor de bed-
steê van broêr Arie zat, en den Heer badt hem te
sparen
Hoe dikwijls zei je tot me: «Fransje, bid God,
dat wij hem mogen behouden". Maar de Heer ver
hoorde ons gebed nietArie is toch heengegaan.
«Water, zuslief," steunde de jonge baron, en Fransje
haastte zich den zieke een weinig te laten drinken.
Een paar secondenen alles is weer stil.
«Zou hij denken, dat zijne zuster bij hem waakt?
Zou zij daartoe liefde genoeg gevoelen Gisteren kwam
zij naar hem kijken, maar toen sliep hij. Van daag
is zij er nog niet geweest; maar zij kon ook niet,
er kwamen vandaag menschen dineeren."
Werktuigelijk heeft Fransje de lamp aangestoken
en de duister geworden kamer is weer verlicht.
Het gelach en gepraat van personen beneden in de
gang wekt haar uit hare mijmeringen.
Ook de zieke is ontwaakteen glimlach speelt om