83 Zes jaren, vol beproeving voor Victor, zijn ver- loopen. Lezer, wees zoo goed en volg mij. Wij treden eene kleine woning binnen in een der straten van R. Langs eene trap komen wij voor de deur van eene kamer, waaraan men terstond kan bemerken dat de eigenaar geen rijkdom, maar wel netheid kent. Voor de tafel, die aan het raam geplaatst is, zit eene jonge vrouw; naast haar staat eene wieg, waarin een meisje van ternauwernood vijf maanden ligt te slapen. Op den grond naast de wieg zit een tweejarig jongentje vergeefs zijne krachten te beproeven, om de elastieken pop, die het in de hand heeft, van een harer lede maten te berooven. Nu en dan ziet de moeder op naar de hangklok, als verwacht zij iemand. Wie die iemand is moeten wij wel gissen, als wij de vraag hooren, die de moeder tot het spelend ventje richt: «Frans, om hoe laat komt vader thuis?" «om twaalf uur" antwoordt het knaapje, terwijl hij zijne oogen naar de klok richt om te zien of de wijzers al staan op de plaats, waar zij moeten zijn als vader thuis komt. Een zacht tikje aan de deur wordt gehoord en een man, op het oog de dertig reeds gepasseerd, doch inderdaad nog de drie kruisjes in 't verschiet, treedt de kamer binnen. Het is de huisvader. Hij kust zijne vrouw, en terwijl deze het no dige in gereed heid brengt om het middagmaal te nuttigen, speelt de vader met den kleinen jongen. Met een angstigen blik ziet de vrouw haren man aan, en terwijl zij hem uitnoodigt aan tafel te komen, vraagt zij hem zachtkens «Geen nadere tijding van uwe mama?"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 239