i 91 heeft van een bok, neen, maar zijn geheele karakter had groote overeenkomst met dat van liet genoemde viervoetige dier. Wanneer ik hem op straat ont moette, sprong hij heelemaal over mijn hoofd heen; en schreeuwen en blaten, dat kon hij, ik verzeker het u, als de beste bok. Maar luistert nu eens, waarde lezers. Zooals ik gezegd hebwoonde mijne familie te Tjilatjap, een klein maar gezellig plaatsje, op de zuid kust van Java. Drie jaren brachten wij er gezond en wel door, toen mijn vader, die in Zijner Majesteits dienst was, naar Soerabaja werd overgeplaatst. Een maand voor ons vertrek moesten wij reeds het buis verlatenwaar alles overhoop lag en we vonden een gastvrij verblijf ten huize van een onzer kennissen, den heer M. Deze mijnheer M. was een echte knutselaar. Ilij kon alles maken: scheepjes, tafeltjes, stoeltjes, bankjes, zoo groot en zoo kleinals je maar hebben wiltja zelfs fabri ceerde hij tot groote verbazing van onskinderen (mijne twee zusjes en ik), in een oogenblikje tijds schapen, honden, paarden, enz. We hielden heel veel van dien mijnheer M.vooral omdat hij zooveel van zulke zaakjes voor ons maakte. Tijdens ons verblijf aldaar bracht de heer M. iets tot stand, dat geheel Tjilatjap van verbazing de handen inéén deed slaan, namelijk een ijsmachine, een machine om vanielje-ijs te maken. Juist deze uitvinding gaf aan mijn neef de gelegenheid zijn schelmstuk uit te voeren. De ijsmachine voldeed uitstekend, en op zekeren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 247