m
93
haar, o schande! aan een een ander over, een mede
plichtige. Deze doet den inhoud in eenen porseleinen
schotel over, vult de bus inet vuil water uit de sloot,
die om den tuin voert en geeft haar weder aan mijn
neef terug. De bus op hare plaats te zetten, het deksel
er weder op te plaatsen en zoo hard hij kan met zijn
vriend tot mijn smart moet ik zeggendat deze
ook officier was weg te loopenwas het werk van
een oogenblik. Dit alles heb ik eerst later gehoord,
zooals men wel begrijpen zal, want gedurende deze
roof zat ik binnenshuis, telkens vragende of de men-
schen nog niet kwamen. Ja, daar komen ze dan
eindelijk toch, en mijn neef met zijn vriend ook, beide
heel netjes gekleed en het leukste gelaat ter wereld.
Toen allen present warenging de heer M. het
zoozeer door eenieder met ongeduld verbeide ijs halen.
Zooals men wel begrijpen kanwerd er over niets
anders dan de tractatie en over de prachtige uitvinding-
van den heer M. gesproken. Deze nam het aanbod van
mijn neef aan, om hern behulpzaam te zijn; wat een
slimme neef heb ik toch Nog tien minuutjes en daar
komt de heer M. met een vroolijk gelaat terug. Mijn
neef droeg de bus en al dansende kwam hij er mee
de kamer inloopen «Ik hoop, Dames en Heeren,"
sprak nu de heer M., «dat het goed uitgevallen moge zijn."
»Ja wel, ja wel" riepen er velen, en »ja wel, ja wel"
riep ook mijn neef met het stoutste gezicht, dat men
zich maar denken kan. «Willen we de bus maar
open maken sprak deze verder. «Dames en Heeren,
geeft mij uwe schoteltjes maar eens aan." De heer M.
noemde mijn neef zeer beleefd en droeg hem de verdere
verdeeling op.