DE STRIJDER. Een zachte wind ruischt door het woud, De beek stroomt kabb'lend langs haar boord, En Emma zit daar gansch alleen Stilzwijgend ziet zij voor zich heen, Geen vooglenzang, die haar bekoort In 't weeldrig bosch, reeds eeuwen oud. Zij wacht, doch ijlings vliegt zij op, Hij is daar, ja, zij kent dien draf Van 't moedig ros, dat hij berijdt, Zijn trouwen vriend, die in den strijd Hem menigmaal victorie gaf Hoe lustig klinkt weer zijn galop. Een sprong, en Hendrik is van 't paard, Zijn Emma ligt hem aan het hart Hij drukt haar op den rozenmond Een vuur'gen kuswant in deez' stond Doorvlijmt zijn ziel de grootste smart Hij scheidt van 't meisje, hem zoo waard.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 259