van hare vriendin Van Welter, om daar wetenschappe
lijk onderricht te ontvangen en bekend te worden met
alles, wat een meisje noodig heeft om in het leven
te kunnen optreden.
De predikant Van Welter was een man van middel
haren leeftijd.
Gedurende eene reeks van jaren had hij het herders
ambt in de kleine dorpsgemeente vervuld en steeds
had hij zich met liefde en ijver van die taak gekweten.
Vele naar waarheid zoekende harten had hij mogen brengen
op den weg, die tot waar geluk leidt en hij behoorde
niet tot het groote getal dergenendie aan het men-
schelijk leven de kroon ontnemen, om dat dan leven
tot een vruchteloos «zoeken en niet vinden" te maken.
Zijne echtgenoote stond hem trouw ter zijde, en
waar zij hulp en bijstand kon aanbrengen, daar ver
scheen zij als een weldoende engel.
Met huwelijk van den predikant Van Welter was
met drie kinderen gezegend.
Gustaaf, de oudste, bevond zich bij den aanvang
van ons verhaal sedert een jaar in Indië en bekleedde
daar de betrekking van luitenant der Infanterie. Hoe
wel zeer tegen den zin zijner ouders, had hij de
militaire loopbaan gekozen en na met goed gevolg de
examens aan de Academie te hebben afgelegdwas
hij tot officier benoemd.
Op Gustaaf volgde eene dochter, Minadie van gelijken
leeftijd was als Anna. Werner en met deze laatste
eene innige vriendschapsbetrekking had aangeknoopt.
Eindelijk had men nog het jongste der drie kinderen,
en wel de veertienjarige Louise.