M 120 zou afleggen voor de Krijgsschool. Met al deze onder handelingen was een geruime tijd heengegaan en eerst toen de jonge Werner zijne studiën op de Academie bijna voltooid had, was een vast plan tot rijpheid gekomenwaaraan de beide jongeliedenal was het dan ook met een teleurgesteld gemoed, zich moesten onderwerpen. Gustaaf werd olïicier eu over eenige maanden zou hij naar Indië vertrekken. Het viel hem zeer zwaar te scheiden van alles, wat hem lief was, en dacht hij aan de jaren, die nog moesten verloopeneer hij zijne Anna volkomen de zijne zou kunnen noemendan werd hij dikwijls door droefheid overweldigd. Doch niet lang gaf hij zich in dit opzicht aan weekhartigheid en teergevoeligheid over; daarvoor was hij te energiek en stelde hij te veel vertrouwen in het welslagen zijner pogingen. Wanneer hij zich in tegenwoordigheid zijner geliefde bevond, wachtte hij zich steeds voedsel te geven aan droefheid en neerslachtigheid en stelde hij het haar immer voorhoe hij spoedig zou terugkeeren en zich harer in het verre Indië, het land van roem en eer, zou waardig maken. En als hij zoo sprakwas Anna getroostdat wist hij en werd zij vervuld met blijde hoop op de toekomst. De dag der scheiding brak aan. Reeds vroeg in den morgen zou Gustaaf vertrekken en slechts zijn vader zou hem naar de plaats zijner inscheping begeleiden. Men had het beter geoordeeld, dat het afscheid van zijne moeder en zusters en bovenal van zijne verloofde niet te lang zou duren en daarom zouden dezen hem geen uitgeleide doen. y, fyVfe

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 276