<M
125
ven mij en de overtuiging, dat mijn leven niet lang
meer zal durenwordt hoe langer hoe meer tot zeker
heid in mijn binnenste. Men mag zeggen, dat er nog
hoop voor mij is, maar ik weet het beter, en de
dagen, die ik in uwe tegenwoordigheid zal doorbrengen,
zijn geteld. Het zou mij niet smartelijk vallen de
aarde te verlaten, indien uwe toekomst mij niet met
zorg vervulde, en het is over die toekomst, dat ik
thans met u wil spreken.
Nog eenige jaren zult gij moeten wachten voor
Gustaaf uit Indië zal terugkeeren en de gedachte, dat
ge alzoo bij mijn overlijden alleen zoudt staan, heeft
mij tot nu toe met zorg vervuld. Met het oog daarop
had ik gister een onderhoud met mijn vriend, den
predikant, en de uitslag van dat gesprek was, dat
deze mij gerust stelde met de belofte, dat hij u als
zijn kind zou verzorgen en bij zich opnemen. Gij
weet niet hoe dankbaar ik was bij het vernemen dezer
woordenen hoe ik God dankte voor de liefderijke
beschikking, die Hij ten uwen opzichte had genomen.
Zie, dit alles wilde ik u mededeelen en ik geloof, dat
ik daaraan goed gedaan heb."
Werner had met eene vaste stem gesproken en
wachtte nu met gevouwen handen en een biddend hart
liet antwoord zijner Anna af.
Toen hij haar zeide, dat zijn einde naderde, was
zij in snikken uitgebarsten en had zij de handen voor
de oogen geslagen. In dien toestand bleef zij ook, toen
hij geëindigd had met sprekenen het scheen alsof
haar de spraak ontzegd werd om een antwoord te
geven op hetgeen haar vader haar medegedeeld had.