Roerloos zaten de beide reizigers in bun eng verblijf,
en zij verwachtten niets anders, of zij zouden binnen
weinige oogenblikken den dood vinden in den sterk
gezwollen stroom. Plotseling echter gevoelden zij een
hevigen schok en het rijtuig stond stil. Een paar
seconden later werd het portier geopend en eene man
nelijke gestalte vroeg met eene nog van inspanning
trillende stemof geen der reizigers eenig letsel be
komen had.
Het was dokter Van der Voortdie in deze ure van
gevaar op zoo wondervolle wijze de redder had mogen
zijn van twee menschenlevens. Hij was nog laat in
den avond te paard uitgegaan om een patient te
bezoekendie op grooten afstand van het dorp woonde
en daar hij met bet oog op het naderende onweder
zijn paard in de woning van den zieke had achter
gelaten was hij te voet naar huis teruggekeerd en wTerd
hij op deze late wandeling achterhaald door het in
woeste vaart voortstuivende rijtuig.
Hij bedacht zich geen oogenblik en het mocht hem
gelukken de beide hollende paarden tot staan te bren
gen na de teugels overgegeven te hebben aan den
ontstelden koetsier, opende hij het rijtuig en vroeg
naar den welstand der zich daarin bevindende per
sonen.
Welk een verbazing en vreugde bezielden hem
toen hij bemerktewie de beide geredde reizigers
waren! Hevig ontsteld, als bij was, had hij geen ooi-
voor de dankbetuigingendie hem uit den mond van
den in het leven gespaarden predikant en diens pleeg
dochter toestroomden. «ij zag slechts Anna en op