135
hulp noodig had. Allen waren teleurgesteld en niet het
minst de dokter zelf, die gehoopt had dezen avond
gelegenheid te hebben een oogenblik met Anna alleen
te zijn. Doch er viel hier niets te veranderenen na
afscheid genomen te hebben, spoedde hij zich naar zijne
woning om de voor zijn bezoek noodige zaken te halen
en begaf zich op weg naar de aangeduide hoeve.
Het scheen alsof door zijn vertrek het geheele plan
tot de wandeling in duigen was gevallenwant nie
mand der achterblijvenden uitte den wensch om het
opgevatte voornemen ten uitvoer te brengen.
Alleen Anna wilde van het schoone weder gebruik
maken 0111 een barer ziekendie zij door hare afwezig
heid in geruimen tijd niet gezien had, op te zoeken.
Zij verliet de pastorie en aanvaardde met vlugge schreden
den weg, dien zij voor zich had.
Ongeveer een uur duurde haar bezoek en ofschoon
men haar een geleider mede wilde geven op den
terugtocht, dankte zij voor dit aanbod en verkoos
alleen huiswaarts te wandelen.
Het door haar gevolgde pad voerde door schoone
bosschen en was bedekt met een zacht tapijt, dat
gevormd werd door de afgevallen naaldendie zich
in eene dikke laag over den grond uitgebreid hadden.
Om haar heen zag zij niets dan de bruine stammen
der recht opgaande dennen, die in regelmatige rijen
hunne kruinen omhoog staken en bij elke koelte
zachtkens de dunne takken deden kraken. Boven het
hoofd der jeugdige wandelaarster, strekte zich de
blauwe hemel uit, die allengs een donkerder tint ver
kreeg, daar de zon reeds haai* dagloop volbracht had.