140
gezonden patrouille, die de steilte verkennen moest,
door den vijand opgelicht. Van Weiter gaf bevel, dat
allen zich zoo goed mogelijk zouden dekken en zond
tevens eene afdeeling uitdie de hoogte moest omtrekken
om zoodoende den vijand te verkennen en in den rug
aan te vallen. Nauwelijks had hij daartoe de noodige
bevelen uitgevaardigd, of een nog veel heviger vuur
werd op zijne manschappen geopend en terwijl hij
nog bezig was de opstelling zijner soldaten te verbeteren
werd hij door een kogel in de borst getroffen. Onder
het uiten van een smartkreet viel hij ter aarde en de
dappere soldatendie hun aanvoerder als eene halve
godheid aanbadenstoorden zich thans niet langer aan
het gevaar, waaraan zij zich blootstelden en stormden
met woede tegen den heuvel opzich met moeite een
weg banende door de dichte struiken. Er ontstond
thans een hevig bloedbad en de strijd werd eene wor
steling van man tegen man. Menig dapper fuselier
moest dezen stouten aanval duur bekoopen en velen
vielenterneergeveld door de klewanghouwen der Atjeh-
neezen. Toen de vijand echter ook in den rug aan
gevallen werd, ontruimde hij zijne stelling en uit het
aantal gekwetsten en gesneuveldendie hij achterliet
bleek genoegzaamhoe flink zich de Hollandsche soldaten
van hun plicht gekweten hadden.
Van Welter was intusschen door een paar manschappen
weggedragen naar de ambulance en men kan licht be
grijpen met welk een smart hij daar ontvangen werd
door dokter Van der Voort. Deze zag weldra in, dat
de toestand van den gekwetsten officier hopeloos was,
en al wat hij voor hem doen kon, was eene poging