158 jegens u veranderd hebben. Steeds echter gedacht ik uwer in vriendschap en menig gebed steeg uit mijn kamertje ook voor u omhoog, daar ik gevoelde, hoe veel strijd gij hadt moeten doorworstelenom op zulk eene edelmoedige wijze het hoofd te bieden aan teleur stellingen en tegenspoed." Van der Voort had, toen zij dit zeide, hare hand in de zijne gehouden; toen zij zweeg, wendde hij het gelaat af, misschien wel om een traan te verbergen, die in zijn oog opwelde en sprak hij met bevende stem: «Ik had hem lief, omdat hij mij een vriend was, maar ter wille van u zocht ik dezen vriendschapsband te versterken, daar dit de eenige weg was, waarop ik nog iets voor u doen kon." Anna stond thans op en na zich verontschuldigd te hebbenverwijderde zij zich voor eenigen tijd uit de kamer. Zij had behoefte alleen te zijnalleen met hare smart, alleen met hare herinneringen. Alles, wat er voorgevallen was, stond haar weder voer den geest. Toen zij in een vurig gebed haren kommer geklaagd had bij Hem, die haar zoo dikwijls getroost en be moedigd had, kon zij weer terugkeeren in het midden der haar wachtende vrienden met een gelaat, waarop kalme berusting en vrede te lezen waren. Veel had Van der Voort nog te verhalen en toen men des avonds van elkander scheidde, om zich ter ruste te begeven, kwam het Anna voor, alsof zij een trouwen vriend had herkregen, die gedurende langen tijd van haar gescheiden was geweest. En Van der Voort? Ilij was overgelukkig; allerlei verwarde denkbeelden doorkruisten zijn hoofd, maar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 314