163 vallen. Aanvaard mijne hand en daarmede geheel mijn hart. Het was Gods wil, dat wij vereenigd zouden worden, en Hij heeft alles ten beste geschikt. Wanneer we dit gelooven, dan zal onze band des te nauwer worden en kan zich nooit iets tusschen ons stellen." Van der Voort vatte hare hand, toen zij dit zeide, en als hij haar aanzag en in hare blikken eene zee van liefde en óprechte trouw ontdekte, kon hij slechts dankend het oog omhoog slaan en met eene van blijd schap trillende stem zeggen »Ja, het waren donkere paden, waarlangs wij wan delen moesten, maar zij voerden tot een blijde toe komst!" Eenige maanden later was het landhuis, waarin vroeger de oude Werner gewoond had, betrokken door een pas gehuwd echtpaar. We behoeven niet te zeggen, wie de jonggehuwden waren, en als we een blik naar binnen slaan, bemerken we weldra, dat liefde en vrede hunnen zetel in de eenvoudige woning hebben gevestigd. Lange jaren van onverstoord geluk bracht Van der Voort met zijne hem teeder liefhebbende gade door en overal, waar zij kwamen, brachten zij zegen en vrede met zich. En toen voor de eerste maal een kinderstemmetje door het vriendelijke huis weerklonk, toen ontbrak er niets meer aan liet geluk der beide bewoners en konden zij niet genoeg dank baar zijn voor zulk een heerlijke uitkomst na een zoo droevig verleden. C.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 319