EEN SPOORWEGONGELUK.
Het stadje E was eene van die kleine plaatsen
welke op zich zelf eene maatschappij in 't klein zijn.
Vroeger had het vele voorrechten en vrijheden gehad,
die wel is waar nu niet meer bestondenmaar toch
nog steeds in de herinnering van de meeste ingezetenen
voortleefden. Hunne gehechtheid aan oude zeden en
gebruiken was dan ook in alles te bespeurenzoodat
zij zelfs met weerzin enkele veranderingen in de
kleederdracht overnamen. De deftigste burgers hadden
echter begrepen, dat ze eenigszins met den tijd moes
ten meegaanen alzoo langzamerhand eenige wijzigingen
ingevoerd in de aloude gewoonten en gebruiken.
Met dat al lag nog altijd over het stadje met zijne
bewoners een waas van ouderwetschheiden de vreem
deling, die de plaats bezocht, kreeg dan ook den
indruk van zich verplaatst te zien in een stadje uit
de vorige eeuw. De voornaamste straat in E. was de
Hoogstraat; deze verdeelde de plaats in nagenoeg twee
gelijke deelen; alle andere liepen er op uit. Ze had
een eigenaardig aanziennis bestaande uit eene aaneen
gesloten rij ouderwetsche huizen in oud-Hollandschen
bouwtrant. Aan het einde der Hoogstraat stond een
huis, dat naar den stijl te oordeelen, blijkbaar pas
«=«as$asssE=.