186
gebouwd was. Wie daar woonde? Wie anders dan
de pas benoemde dokter, derhalve een vreemde snoes
haan want eene echte E naar was te veel aan de
inrichting van de ouderwetsche huizen gehecht, dan
dat hij ooit zou kunnen besluiten eene nieuw gebouwde
woning te betrekken. Maar hoe kan dan een vreemde,
die natuurlijk bij zoo menige zaak in botsing moest
komen met E sche zeden en gewoontenhoe kon
dan een vreemde, en dan nog wel een dokter, zich
hier vestigen? Zeker had hij daartoe gewichtige
redenen. Laten wij die redenen ontvouwen, hoewel
ze nu juist niet van zooveel belang zijn, als de lezer
misschien wel vermeent.. Voor twee jaren stierf de
oude dokter van E., de eenige daar ter plaatse, die
gedurende 35 jaar de burgerij zooveel mogelijk uit de
handen van den onverbiddelijken dood gered had. Nu
was de goede man zelf de prooi geworden van den
vijand, tegen wien hij zoo dikwijls had gestreden.
Diep voelden zijne stadgenooten het verlies, maar
aangezien een dokter noodzakelijk was, zoo besloot
de gemeenteraad zoodra mogelijk een plaatsvervanger
te benoemen. Wat speet het de goede lui, dat ze
geen stadgenoot voor dat ambt konden vinden. Slechts
twee van de E sche jongelui hadden zich op de
geneeskunde toegelegd, maar daar geen van beiden
nog gepromoveerd waszoo zag de gemeenteraad zich
genoodzaakt tot de keuze van een vreemde over te
gaan. Men besloot alzoo eene advertentie te plaatsen,
waarbij een bekwaam geneesheer, met alle vooruitzicht
op eene goede praktijkgevraagd werd. Verscheidene
sollicitanten kwamen nu in overleg met den Raad,