190 dat hij zich bijzonder aangetrokken voelde tot Ida van Myerberg. Enkele visites had hij bij de burgemeesters familie gemaakt en het is te begrijpen dat het onder wérp van het gesprek hoofdzakelijk liep over de her vormingen die hij, met enkele jongelui, van plan was tot stand te brengen. Van harte beloofden vader en dochter hunne medewerking. Zoo geraakte Willem (wij zullen hem voortaan zoo noemen) al dadelijk op intiemen voet met de familie. Hoe meer hij de huis- genooten leerde kennenhoe meer hij zich tot hen aangetrokken gevoelde. Waren Ida's bekoorlijkheden misschien daarvan de oorzaak? Zeker is het, dat hij van elke gelegenheid gebruik maakte om met haar in gezelschap te zijn. Dit bleek vooral uit het feit dat, toen Ida voor eenige weken bij een vriendin ging logeeren, de dokter gedurende dien tijd veel minder bij de familie kwam, dan anders het geval was. Ida van haar kant voelde zich hoogst gelukkig nu zij in den dokter iemand gevonden had, met wien zij vol komen sympathiseerde, wat aangaat zijne ideeën omtrent hervormingen als anderszins. Als een onderhoudend prater vertelde hij haar van voorvallen uit zijn praktijk, die hem steeds bijgebleven waren, hetzij van vroolijken of van droevigen aard. Begon hij echter den tijd te schetsen, toen hij nog student was, welke grappen hij destijds met zijne vrienden uitvoerde, dan kwam aan 't lachen geen einde; kortom verscheidene vroo- lijke uurtjes werden door onzen vriend Willem bij dit gelukkige gezin doorgebracht. De bezoeken werden steeds menigvuldigeren hoewel alle huisgenooten eene te goede gezondheid genoten om aan Van Sloten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 346