<M XCIV Het Bondsleger is verdeeld in keurtroepen (de 12 jongste lichtingen) en landweer. Daarvan zijn uitgezonderd: de kapiteins van alle wapens, die 15 jaar bij de keurtroepen dienen; de hoofdofficierendie hun geheelen diensttijd óf bij de keurtroepen óf bij de landweer volbrengen; de onder officieren en manschappen der cavalerie, die 10 jaren hij de keurtroepen dienenen de detachementen spoor wegwerklieden. De manschappen worden ingelijfd bij de troepen van hun kanton; de inlijving heeft plaats na het doorloopen der recrutenschool, In tijden van oorlog kunnen overgang van de keurtroepen tot de landweer en ontslag door de Regeering worden geschorst. De voorbereidende oefeningen worden gehouden door de jongelieden die den leeftijd van 10 jaren hebben bereikt, en geleid door de onderwijzers, die daartoe de noodige instructie ontvangendeze oefeningen hoofdzakelijk gymnastisch onderwijs omvattendeworden tot aan het twintigste jaar voortgezet; in de laatste jaren kunnen ook schietoefeningen worden gehouden. De keurtroepen worden gedurende 4-0 a 60 dagen in de recrutenschool geoefend, terwijl om de 2 jaar herhalingsoefeningen gedurende ongeveer 2 weken plaats hebben. Als kader worden daarbij ingedeeld de pas aangestelde of bevorderde officieren en onderofficieren. Jaarlijks worden voor de adspirant-officieren der ver schillende wapens cursussen gehouden van vier tot negen weken. De officieren der genie, tot den staf van het wapen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 96