X0VJ1
'sjaars), worden bestemd om als militaire arbeiders op
te tredenterwijl de overigen allen voor korteren of
langeren tijd onder de wapenen geroepen en geoefend
worden
Bij de wet van 25 Juli 1880 is voorts als beginsel
aangenomen, om zooveel mogelijk reserve-officieren en
onderofficieren uit de dienstplichtige manschappen te
vormen. Bit kader kan alleen met de lichting, waar
van het deel uitmaakt, worden opgeroepen.
Tot een duidelijk overzicht moge eene beknopte schets
van de samenstelling van het Belgische leger voorafgaan.
De Infanterie bestaat uit de Garde en 5 brigades
gewone Infanterie.
De Garde telt 1 linie- en 1 landweerbataljon.
Elke gewone brigade bestaat uit 2 regimentenieder
van 3 liniebataljons en 1 landweerbataljon. Het bataljon
telt 4 compagnieënelk 200 korporaals en man
schappen. Bij mobilisatie wordt voor ieder regiment
en voor de Garde eene depot-afdeeling gevormd.
De Cavalerie bestaat uit 5 regimentenelk van 3
eskadrons en eene instructie-afdeelingdie bij mobili
satie als depot optreedt; in oorlogstijd wordt een or
donnansen-eskadron gevormd, zoomede depots voor
paarden. De oorlogssterkte van het eskadron bedraagt
120 korporaals en manschappen.
De Artillerie bestaat uit den staf, de veld- en ves
ting-artillerie, een treinafdeeling en technische af-
deelingen.
De Veldartillerie telt 2 regimentenelk verdeeld in
twee afdeelingente zamen 6 linie- en 2 landweer-
batterijensterk op oorlogsvoet 107 man.