j CXI Al deze oefeningen hebben plaats na den oogst. Voor de bataljonsoefeningen kunnen alle bij de land weer ingelijfden worden opgeroepen; voor de com pagniesoefeningen alleen zijdie onmiddellijk bij de landweer zijn ingedeeld, gedurende de eerste 6 jaren van hun diensttijd. De manschappen, die uit de reserve bij de land- weercavalerie zijn overgegaanbehoeven niet meer aan oefeningen deel te nemen. Daarentegen kunnen zij, die daarbij onmiddellijk zijn ingelijfd, jaarlijks, gedu rende de eerste 6 jaren van hun diensttijd, voor den tijd van 3 weken tot oefening worden opgeroepen De niet tot oefening opgeroepen landweermannen worden jaarlijks, na den oogst, tot inspectie verzameld; deze inspectie mag niet langer dan één dag duren. In het algemeen is het hierboven medegedeelde ook van toepassing op de Honved; het voornaamste verschil bestaat daarin, dat de rechtstreeks daarbij ingelijfden, (jaarlijks 8000 man), om de 2 jaren, telkens voor hoogstens 5 weken, onder de wapenen kunnen worden geroepenterwijl de uit de reserve bij de Ilonved over gaande manschappen slechts eenmaal tot een oefening van gelijken duur zijn verplicht. Alle weerplichtigendie niet tot dienst bij het staande leger of bij de landweer zijn verplicht geworden zijn gehouden tot het betalen eener weerbelasting. Het bedrag dier belasting is bestemd tot verbetering van de invalidenverzorging, zoomede tot ondersteuning MILITAIRE BELASTING. r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1885 | | pagina 117