t
J
CXXXII
Dan staren wij u treurend aan,
En 't droef vaarwel spreekt door een traan,
Die traan, naar boven opgedreven,
Bij 't heimlijk slaken van een zucht,
Geeft den gepersten boezem lucht!
Men ziet hem als een nevel zweven,
Maar door dien nevel speelt de gloed
Van 't weder ademend gemoed!
De tijd, die alle wonden heelt, deed intusschen
zijn invloed ook hier gelden, en al vergaten wij
niet degenen, die ons pas hadden verlaten, het verlies
werd lichter te dragen. De studiën kwamen op den
voorgrond, en enkele afleidingen van anderen aard
brachten nog het hare hijom na de droevige dagen
van het begin van 1884, weder vroolijklieid en opge
wektheid te doen heerschen in Kilacadmons zalen.
Daar was de opening der Cadetten-cantine. Reeds
in het vorige jaar werd het nette buffet in den hoek
der amusementzaal bij zaal 12 gemaakt; den 23sten
Februari werd de cantine door den Gouverneur in
tegenwoordigheid van eenige Officieren en het geheele
korps Cadetten geopend. In zijne toespraak wees
Z.H.E.G. er op, dat hij de cantine hoofdzakelijk had
opgericht, om de kameraden van het eerste studie
jaar op die avonden, dat zij verstoken zijn van het
voorrecht om uit te gaan, in de gelegenheid te stellen
een en ander te gebruiken, en ook om in den zoo-
genaamden bloktijd de Cadetten niet elders te doen
zoeken, wat zij op het gebouw konden vinden.