CXXXVI
Intusschen naderde 1 Maart, de dag van het assaut.
Talrijke repetities in den laatsten tijdzenuwachtige
spanning en drukte van commissie en medewerkers
bewezenhoezeer iedereen begreepdat niets mocht
ontbreken, dat het feest schitterend moest zijn. En
in den avond van den lsten Maart vereenigde al wat
Breda aan schoons en edels bevat, zich in Concordia.
De prachtige toiletten, de schitterende uniformen,
toondendat Breda's inwoners met ingenomenheid het
assaut en daarna volgend bal begroeten. Over de uit
voering van het programmagymnastiek en schermen
bewaren wij het stilzwijgen. Wat daarover is geschreven
in de Bredasche Courant en in het Orgaan van den
Nederlandschen Gymnastiekbondis van genoegzame be
kendheid.
Het bal, dat den avond beslootwas zeer geanimeerd;
niet dan noode verlieten we om twee uur, toen het
klokje van gehoorzaamheid sloeg, de balzaal, en op de
anders zoo spoedig in rust gedompelde slaapzalen werd
nog druk de genotvolle avond besprokendie bij allen
herinneringen van de aangenaamste soort naliet.
Den 11 den Maart vierde de Adjudant-onderofficier
der Academie W. Veenendaal zijn 36-jarig jubileum als
onderofficier. Dat het den nog krassen man gegeven
moge zijnnog geruimen tijd zijne diensten aan de
Academie te wijdenis onze welgemeende wensch.
De tijd tot aan het Paaschverlof werd door de meeste
Cadettenen wel voornamelijk door het 3de en 4de
jaar, aan de studie gewijd. Buitengewone feestelijk
heden zijn dan ook niet te vermelden voor het Paasch
verlof. We werden in de gelegenheid gesteld, familie