J
CXXXVII
of nabestaanden te bezoekenen ongeacht den korten
duur van liet verlof, maakten bijna allen daarvan ge
bruik, zoodat de Academie weer voor eenige dagen
vrij ledig en verlaten was. Den 15den April 's avonds
te elf uur moesten alle Cadetten weer op de Academie
teruggekeerd zijn.
Door de verpoozing met nieuwen «voslust" bezield,
namen we de boeken ter hand, om ons op het examen
voor te bereiden. Stil werd het op de amusementzaal,
en vol op de leerzalen en op 45, en de geheele Aca
demie werd een lustoord voor «voshengsten". Delessen
van het 3de en 4de studiejaar eindigden den 12den
Mei, en werden vervangen door eigen oefening, totdat
eindelijk den 24sten Mei het examen een aanvang
nam, nadat den vorigen dag het Cadettenkorps aan de
Commissie van Inspectie was voorgesteld.
Een eigenaardige tijd is toch de examentijd.
Met beklemd gemoed en toch met zekere angstige
vreugde wordt eiken morgen de roffel van acht uur
begroet; haastig worden dan cahiers en boeken opge
borgen die nog eventjes zijn opengeslagen na het
ontbijt, en iedereen spoedt zich naar de zaal, waar het
examen zal worden afgenomen.
En dan de vergenoegde stemming des middags, als
er weer een vak achter den rug isen dat herhaalde
vragen; «Hoe heb jij het gemaakt?" met het stereotype
antwoord: «Nu, zoo zoo, het zal wel losloopenik
denk het nog wel te halen.' Het is wat we noemen,
alles even typisch.
Den 13den Juni eindigde de proeftijd; na zooveel
dagen van spanning kwam er weer wat kalmte in de
r~