J CXLIII schreden naar de plaatswaar de asch van Herbig rust. ïïa, wij zullen hem in onze gedachten bewaren. De aard van het jaarverslag maakt het tot eene bonte mengeling van droefheid en vreugde. Het is als ons jeugdig, onbezorgd leven, waarin oogenblikken voorkomendie ernstig en weemoedig stemmenmaar en wij noemen het een gelukkig verschijnsel bij de jeugd komt de luchtige levensbeschouwing weder snel te voorschijn; daarom echter is het gevoel, de ontvankelijkheid voor indrukken niet minder. Bij het vermelden der voor ons merkwaardige ge beurtenissen in het najaar moeten we alweder beginnen met Bredasche kermis. Evenals het vorige jaar werd aan het 1ste studiejaar gelegenheid gegeven, eene comedievoorstelling in Concordia bij te wonen, terwijl aan de andere jaren eene bijzondere vergunning tot uitgaan werd toegestaan. Vreemd is de houding van een deel van het Bredasche publiek bij dergelijke gelegenheden. Is die al niet altijd voorkomend, op die dagen is zij soms bepaald vijandig te noemen. Wij hopen en vertrouwen, dat de Cadetten zich ten allen tijde als één man zullen verklaren tegen hem, die het waagt, het korps te beleedigenen daarbij nimmer zullen vergetendat de uniform dikwijls eene teruggetrokken, waardige houding eischt, zoo geheel vreemd aan onzen leeftijd. Bij gelegenheid van het vijfjarig bestaan der Socië teit (25 November) had het gewone jaarlijksche feest plaats. De Gouverneur en de Eerste Officier luisterden het met hunne tegenwoordigheid op; onder de andere

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1885 | | pagina 149