t
NASCHRIFT.
De late uitgave van den Almanak bewijst genoeg
zaam, dat de wensch, dien de vorige Redactie in
haar voorbericht uitsprak, niet vervuld is geworden.
Integendeel: de zoo laakbare onverschilligheid, welke
het korps in de laatste jaren ten opzichte van den
Almanak betoonde, nam hoe langer hoe meer toe.
De pogingen, om te dien aanzien verbetering van
den bestaanden toestand te verkrijgen, bleven vruch
teloos. Wij wenschen er dan ook niet aansprakelijk
voor te worden gesteld, dat wij onze taak niet naar
behooren hebben kunnen volbrengen het korps heeft
dit aan zichzelven te wijten. Het wanbegrip, dat de
Redactie verplicht is, zelf voor het Mengelwerk te
zorgen, is zoo algemeen geworden, dat wij ons ver
plicht achten, hiertegen te protesteeren. Zal de Al
manak een orgaan zijn van het korps, dan moet hij
ook door het korps wrnrden samengesteld, en niet
ajleen het werk zijn van de Commissie. Indien het
korps derhalve niet genegen is, de Redactie in hare
taak te steunen, dan is het ook moreel verplicht, tot
de staking der uitgave te besluiten.