8 Werd keurig opgevoerd door Nob, Len, Kil en Gram, De laatste nog speciaal, wiens juist en eenig woord Why do you go upstairs! nog 't nageslacht behoort. Radhen Adipatti Mangkoe Negoro had Geen beter Gamelang dan de Salon bezat. De Indiërs, voorzien van bekkens, harpen, fluiten, Tandakkers bovendien (men kon daar heel niet buiten), Die speelden er op los't was nooit zoo mooi gehoord En, tot op dezen dag, zijn ze eenig in hun soort. Daarna kwam Les Poupées en, zonder op te snijden, Wij konden ons ook hier in 't luid applaus verblijden. Vervolgens nog een woord, aan 't schoon quartet gewijd. Das Jüdenschiksal toch, werd gebisseerd om strijd. En toen ten slotte dan Los dos Mazuranos Verschenen op 'ttooneel, toen barstte alles los. In minder dan geen tijd, met een stuk krijt, niets meer, Gaf 't tweetal teekenaars een ieder sprekend weer, En 't was of Jupiter, in helschen toorn ontstoken, De aard deed schudden, en 't zilte nat liet koken. De stormwind joeg door 't ruim, enfin dan, in één woord, Zoo'n donderend applaus was nimmer nog gehoord. Geachte lezeres of lezer, wie 't moog wezen Het zou vervelend zijn, althans zoo zou ik vreezen. Indien 'k zoo voort wou gaan, met stuk voor stuk 't geheel U te beschrijven; ja, licht was 't al reeds te veel? In weinig woorden dan de rest van ons verhaal. Nog driemaal zag nadien de recreatiezaal Een voorstelling van ons. Zelfs tweemaal werd die taak Door d'oudjes nog verlicht en, 't viel goed in den smaak! De laatste groote fuif, U allen aangeboón,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1885 | | pagina 162