-J
40
Sempre Crescendo 'teerst, zij hulde toegebracht.
Ontvang dan onzen dank Muziekvereeniging
Uw aandeel in den roem was zeker niet, gering;
Terwijl nog Van der Fluit, de groote pianist,
Door zijn voortreflijk spel, elks gunst te winnen wist.
't Liep hiermede af en elk gingdronken van de pret
Naar huis o neen pardon'k wil zeggen naar zijn bed.
Ten slotte een vaarwel! aan d'afgetreden leden,
Aan Keizer, Puls en Klos die roemrijk met ons streden,
De groote Costumier, zoo eenig in zijn soort,
Leev' als de Zangkomiek in onz' herinnering voort!
Ontvang nog mijnen dank, uit naam van den Salon,
Gij allen, door wier hulp hij zijne achting won.
Moog' ook het nieuw bestuur door uwen steunmijn
Van heel Konmaïcdal denzelfden bijval vinden,
En lezeres of lezer, gij roept het met ons meê
Lang bloeie op K.M. A. de Salon des Variétés!
[vrinden
De Voorzanger-Calligraaf.
r~