t
29
Het eigenlijke kamp was negen hectaren groot, en
bevatte behalve enkele woningen, die voor den staf,
de intendance en tot magazijnen werden ingericht, een
aantal barakken, terwijl de noodige ruimte voor exer
citieterreinen was ingericht. Eene borstwering met
eene palissadeering en een rondengang, benevens blok
huizen aan den zoom van het woud en bij den ingang
der wegen, verschaften voldoende beveiliging tegen
verrassing.
Den 20sten December ontving het militair comité
der Vogezen van den Minister het bevel, om den coup
de main tegen Foug of Fontenoy niet langer uit te
stellen. Het verbreken der gemeenschapslijnen zou
geen op zich zelf staand feit zijn, maar stond in ver
band met den veldtocht van het Oosterleger. Het
bevel ging vergezeld met de toezending van kaarten
van Langrès, Neufchatel, Toul en de Duitsche grenzen.
Algemeen geloofde men, dat generaal Bourbaki in
de richting van Langrès oprukte; daarom scheen de
beoogde onderneming nog van meer gewicht, omdat
men meende, daardoor de aan generaal Von Werder
toe te voeren versterkingen op te houden. De sterkte
der Chasseurs des Vosges was voldoende; slechts het
buskruit ontbrak. Opnieuw weigerde de bevelhebber
van Langrès zijne ondersteuning.
Moesten nu, nadat zoovele moeielijkheden waren
overwonnen, de handen in den schoot worden gelegd;
zou men thans van de onderneming afzien op een
oogenblik, dat het welslagen de schoonste resultaten
beloofde? Het comité besloot, eene klacht bij den
Minister in te dienen.