35 doch de troepen moesten met een ledige maag gaan slapen, daar de levensmiddelen niet waren aangekomen. Alvorens zich ter ruste te leggen, hielden de officieren krijgsraad; moest de tunnel bij Foug ten westen van Toul of de brug bij Fontenoy ten oosten dier vesting worden vernield? Beide plannen waren voorbereid, beide leverden voor- en nadeelen op. De afstand tot den tunnel was 10 KM. en de weg daarheen leidde door bedekt terreinhet vernielen van dit kunstwerk zou den vijand dwingen een nieuwen spoorweg aan te leggen, daar de herstelling zeker veel tijd zou kosten. Daartegenover stond, dat de mijnkamers zeer groot waren, en dus eene groote opstopping vereischtenterwijl men in het onzekere was, of de Pruisen niet de mijnkamers hadden dicht gemetseld; verder was de arbeid midden in den 1100 Meter langen tunnel zeer gevaarlijk in geval van een aanval, en zou minstens zes uren duren. Bij de brug van Fontenoy zou het werk noch moeielijk, noch langdurig zijn, maar de tocht moest over onbedekt terrein plaats hebben, de Moezel worden overgetrokken, terwijl ieder oogenblik een vijand kon opdagendie met weinig inspanning de uitgeputte franc-tireurs zou verslaan. De officieren konden het niet eens worden, en be sloten eerst nadere berichten omtrent den vijand in te winnen. Den volgenden morgen vertoonde de hoeve St. Fiacre een ongekende levendigheidde vroolijk opflikkerende vuren, een goede maaltijd, en het vooruitzicht van de onderneming brachten een omkeering in de neer-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1885 | | pagina 189