52
«Goed," zegt Marie, «dan kom ik zooals ik nu ben
met mijn boezelaar voor."
«Mijnbeer, zult u ook een kopje koffie meedrinken,
vraagt Ella, die, hoewel van een pretje houdende,
toch niet zoo bijzonder met de partij ingenomen is,
omdat ze wel weet, dat mama niet gaarne toestemmen
zaldat ze er heengaan.
«Neenkindlief, ik dank je wel," zegt dc heer Halm
en vervolgtterwijl hij op zijn horloge ziet
«0 hemel! ik ga gauw weg, 't is al kwart over
twaalf. Wat zal ik een grommens van mijne vrouw
krijgen, dat ik zoo laat thuis kom. Nu, adieu! het
is dus afgesprokendat jelui komt.en Marie met dien
boezelaar voor. De groeten aan mama" en met een
vluggeren tred loopt hij door de gang het huis uit
terwijl Marie zich haasten moet om hem de deur te
kunnen openen.
De heer Halm is een man van vijf en zestig jaar,
die er uitziet als iemand van veertig. Klein van ge
stalte, met grijze bakkebaarden, een vroolijk gezicht,
men zou zeggen, als men hem zag loopen met zijn
lange winterjas aan, zijn hoogen hoed op, en zijn stok
met ivoren knop in de handdie man kent geen
zorgen. Hij was dertig jaar getrouwd, doch wanneer
hij thuis in zijn huiselijken kring was, dan kon hij
nog voor jong gehuwd doorgaan. «Ja, ja," placht hij
dikwijls te zeggen, «ik wenschte dat de menschen
nooit ouder werden, dan hadt je altijd pleizier in je
leven; maar als ik bedenk dat ik later op zoo'n stokje
moet steunen, of thuis zitten hoesten, net, als een oom
van me, die al twee en negentig jaar is, zie je, dan
r