59
Toen ik namelijk aan mijne clubgenooten het ge
beurde had verteld, had mij De Wijker gezegd, dat
mijnheer De Wild nog al veel bij hen aan huis kwam
maar dat hij hem nog nooit had ontmoet.
Toen ik het rijtuig dan zag, zeg ik tegen Goens:
»We zullen dien De Wild eens beet nemen."
Wij wenkten den koetsier, deze hield halt en mijn
heer De Wild keek natuurlijk uiterst verwonderd,
twee vreemde heeren naar hem te zien toekomen.
Ik presenteerde mij als de Wijker en stelde mijn
vriend als mijnheer Daalman voor, er bijvoegende, dat
ik met een boodschap van papa kwam.
De Wild was zeer vereerd en vroeg direct, of we
niet wilden instappen, wanneer wij toch naar Den
Haag teruggingen. We stapten dan in. Nu wist ik
dat de familie De Wijker uit de stad was; het was
echter de vraag: wist hij dat ook? De oplossing liet
zich niet lang wachten.
»Is uw papa reeds vertrokkenvroeg hij. Pardon,
mijnheer, ze vertrekken eerst de volgende week,"
antwoordde ik.
Voor een zilveren bruiloft, niet waar?"
»Ja mijnheer."
ft Is het de broêr van papa of van mama?"
ft Van mama, mijnheer."
ft En waar woont die?"
«In Alkmaar, mijnheer."
»0 zoo, ik dacht, dat papa van een dorp bij den
Bosch gesproken had."
Zie zoo", dacht ik, nu kan ik gerust den slag
slaan."