t J 75 niet doorkom, dan neemt de oude heer me weer terug. Ga jij van middag naar Goens, je weet toch dat hij jarig is? Van avond geeft hij een rijfuif." »Ik heb ervan gehoord, ik heb Goens gisteren ge sproken. Gisteren heb ik hem gezegd, dat ik niet kwam, maar als jelui allemaal gaan, dan zal ik het ook maar doenDat onnoozel pretje zal ook niet schaden." «Dat zal het zeker niet," sprak Van Stein, «tenminste ik denk weer eens dapper mee te doen. Jongenjongen, het is me zoo vreemd tegenwoordig. Ik ben nu zeker in geen week op de kroeg geweest." «En ik dan," zei Frits, «mijn kroegbeer is zelfs blanco Adio, tot van middag," en dit zeggende was hij de stoep van zijn ooms huis opgestapt, om kort daarop daarin te verdwijnen. De fuif bij Goens liep op vroolijke wijze af, en het was reeds vier uur in den morgen, toen Frits op zijn kamer kwam, om zich te bed te begeven. Natuurlijk kon hij den volgenden morgen geen colleges bijwonen. Toen hij ontwaaktewas het reeds één uur 's namiddags. Hij sprong uit zijn bed en haastte zich, spoedig gekleed te zijn. «Het moet gisteren wel laat geweest zijn," sprak hij in zichzelf. Hij belde en kort daarna zag men de vrouwelijke hospita de kamer binnenkomen. «Goeden middag, meneer," sprak de vijf en dertig jarige vrouw met een schalksch glimlachje, «ik heb u maar niet geroepenwant ik dacht wel, dat ik u niet wakker zou kunnen krijgen. Ik was net wakker toen u thuis kwamde pendule sloeg juist vier uur. Dat overkomt u ook niet dikwijls in den laatsten tijd."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1885 | | pagina 229