76
«Het was een verj aarspartijtje bij meneer Goens,"
antwoordde Frits.
«Ja, ja, ik wil er ook geen kwaad van zeggen; die
meneer Goens is een aardig menschen als hij een
partijtje geeft, zal het er zeker vroolijk toegaan," zei
de praatgrage vrouw, en vervolgde toen:
«Meneer wilde zeker koffie drinken?" en toen Frits
hierop toestemmend geantwoord hadwerd het servies
uit de kast gehaald en de koffie klaar gezet.
«Moet ik er nog het een of ander bijhalenmeneer?"
«Ja, haal hierover een gemarineerde haring."
«Ik zal ze u direct brengen," en dit zeggende ver
liet de vrouw de kamer.
Frits was in gedachten.
Het was de eerste maal na de vacantie, dat hij een
college had overgeslagen, en iederen keer, als hij Ella
ontmoette, vroeg zij hem hoe het met de studie stond.
«Maar wat geeft het of ik al college loop," zoo sprak
hij bij zichzelf, «ik kom er dit jaar toch niet; ik kan
niet in één jaar verrichtenwaar een ander twee jaar
over doet. Het is op deze manier slechts tijd verknoeien."
De moed ging er bij Frits uit. Voor twee maanden
nog vol ambitie, woonde hij thans slechts nu en dan
een enkel college bijen dat geschiedde alleenomdat
Ella er hem om smeekte. «Ik kom er toch niet," placht
hij te antwoorden, wanneer zij er op aandrong.
«Wat geeft het of ik er al heenga."
«Wanneer je wilt, kunt ge veel doen," sprak Ella.
«Goens heeft ook altijd de colleges bijgewoond en daarom
is hij er gekomen."
«Geloof me toch, Ella, die heeft het van begin af aan