f 77 gedaan; maar, ik zal er heengaan, omdat jij het wil," aldus eindigde gewoonlijk het gesprek, wanneer zij over dit onderwerp spraken. Ella las veel in den laatsten tijd. Zij had van meneer Halm gehoord, hoe het met Frits' studie stond, en dat hij dit jaar wel niet door zijn examen zou komen. Frits was weer de oude Frits; hij liep veel op straat en naar de kroeg en er gebeurde geen pretje, of hij was er bij. Zij merkte ook op, dat hij in den laatsten tijd veel minder bij hen aan huis kwam zij geloofde, dat hij niet meer zooveel van haar hield, want hij was stil in haar bijzijn. Vroeger was hij geheel anders. En Frits? Hij was inderdaad niet meer zoo vroolijk als vroeger. Hij deed wel met alles mede, doch dit was slechts om voor zijne kameraden te verbergenwat hem deerde. Hij zag de toekomst met angst tegemoet. Hij was overtuigd, dat hij dit jaar niet zou slagenen dan was ook zijn engagement met Ella uit; hij werd toch nooit ingenieur, of hij zou van voren af aan moeten beginnen en dan vier jaar lang goed moeten werken. Daartoe gevoelde hij geen kracht; hij oordeelde zich zelf te zwak, want het zou hem steeds een doorn in het oog zijn, dat zijne kameraden hem vooruit gegaan warenen dat hij met jongelui zou moeten studeeren die zooveel jonger waren. Bovendien was zijn geld bijna verteerd. Van de twintig duizend gulden, die hij van zijn vader geërfd had, zou ter nauwernood een vier duizend gulden overblijven, wanneer hij al zijne schulden betaald had. Hij hield veel van Ella, maar mocht hij haar aan zich

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1885 | | pagina 231