t 79 «Waarheen, heeren vroeg de koetsier. «Dat weet je wel," antwoordde een van Frits' kennissen. Het scheen dat de koetsier het begrepen had, want voort ging het rijtuig. Den volgenden morgen-, of liever middag, werd Frits wakker. Hij bevond zich in een hem geheel onbekende kamer. Hij keek rond, en zag op tafel een bel staanhij besloot te bellenom nadere infor maties in te winnen. Kort daarop werd op de deur getikt en op het ge roep van «binnen", verscheen een kellner. «Zeg eens, vriend," sprak Frits, «waar ben ik op het oogenblik." «In het hotel de «Leeuw van Nassau," meneer," ant woordde de bediende. «Zoo," zei Frits, «je moet je baas eensom de reke ning vragen," en terwijl hij op zijn horloge keek, vervolgde hij «bestel dan tevens een rijtuig om mij naar den Ilollandschen spoor te brengen." En toen de kellner de deur bijna uit was: «wacht evenJan." Zeg, weet jij ook, hoe ik hier gekomen ben. «Was ik alleen, of zijn er meer heeren hier." «Vraag excuus, meneer! Een officier heeft u giste ren of liever van nacht om één uur hier gebrachthij is, toen u te bed lag, weer heengegaan." «Dankje," zei Frits, en de kellner verwijderde zich, om het gegeven bevel ten uitvoer te brengen. Een uur daarna zat Frits in den trein naar Delft Hij was in gedachtenmaar wat hij ook deedhij herinnerde zich niet meer wat gister-avond, nadat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1885 | | pagina 233