<f
C
j
81
Voor u hoop ikdat gij zult inzien hoe laag uwe
handelwijze is.
Zooals gij begrijpen zult, ben ik verplicht, mijne
zuster met het gebeurde in kennis te stellen, en haar
te behoeden voor eene ongelukkige toekomst.
Het duizelde Frits voor de oogen. Hij herinnerde
zich niets van het gebeurdemaar het moest wel waar
zijnwant het kwam ook uit met het gezegde van den
kellner, dat een officier hem had thuis gebracht.
»0 Ella! Ella!" riep hij uit, »zoo heb ik het niet
gewild. Mijn gedrag is laag, maar ik heb u niet be
drogen. Ik heb u lief."
Geruimen tijd zat hij in gepeins verzonkentoen de
deur openging en Goens binnentrad.
Zoo" zei Goens »boven water?" «Jelui hebt je zeker
kostelijk geamuseerd. Ik ben even bij Van Stein ge
weest, maar die is nog niet terug. Hij zal zeker in
den Haag zijn logies wel gevonden hebben."
Frits antwoordde niet; hij stond langzaam op, en
terwijl hij Goens den pas ontvangen brief overreikte,
zei hij
Daar, leesgij tenminste zult begrijpendat ik haar
niet bedrogen heb."
Na gelezen te hebbenlegde Goens den brief op
tafel, zeggende: »'t Is een beroerd geval. Ik begrijp
het heel goed. Je bent er zeker in een dronken bui
heengegaan, of misschien wel heengesleept."
P. Staatsma,
Officier der Artillerie
6