82
Er volgde een stilte; beiden waren in gedachten
verzonken.
Goens brak deze stilte af: «Ik zal naar Staatsma
gaan," zei hij, «en hem de zaak ophelderen. Hij
weet waarschijnlijk niet, dat je op een fuif geweest
bent, en maakt zich dus een scheeve voorstelling van
het gebeurde. Bovendien weet ik, dat hij je gedrag
in den laatsten tijd sterk afkeurtomdat je met alles
meedoeten ik kan dus best begrijpendat hij ver
keerd oordeelt."
«Neen, doe dat niet" antwoordde Frits, Ella moet
het gebeurde wetenen zelf zou ik den moed niet be
zittenhet haar te zeggen. Ze zou mij ook niet ge-
looven, want ze wantrouwt mij in den laatsten tijd."
«Maar dan kan hij toch wel de bijzondere omstandig
heden er bij vertellen."
«Neen," zei Frits, «mijne handelwijze is laag en
ik durf Ella niet meer ontmoeten."
De komst van een kennis, die ook even kwam op-
loopen om het een en ander van de fuif te hooren,
maakte een einde aan het gesprek.
Den volgenden dag bleef Frits op zijn kamer. Waarom
Hij Wist het zelf niet. Hij had als het ware een voor
gevoel, dat hij thuis moest blijven. Vreesde hij Ella
op straat te ontmoeten? Wachtte hij tijding van
haar
Zijn voorgevoel werd bevestigd.
Des namiddags om een uur of drie, terwijl Frits
in een gemakkelijken stoel gezeten, naar buiten staarde,
en zich allerlei gedachten in zijn brein dooreenmeng-
dentrad de hospitana geklopt te hebbende kamer