83
binnen en overhandigde hem een brief, benevens een
klein pakje. Haastig nam hij dien aanverscheurde
het couvert en las het volgende
«Mijnheer
«Hetgeen geschied is, heb ik van mijn broêr Piet
vernomen.
Uw gedrag te beoordeelendaarvoor reken ik mij
te fatsoenlijk. Nooit heb ik vermoed, dat gij mij op
dusdanige wijze met mooie woorden 0111 den tuin
leiddet,
Ik geloof niet dat een mandie slechts een greintje
mannelijk eergevoel in zich heeft, tot dergelijke han
delwijze in staat is.
Van nu af aan is alles tusschen ons uit; ik heb u
nooit gekend en ik hoop dat mijn naam nooit meer
over uwe lippen zal komenwant gij zoudt haar slechts
bevlekken.
Ella Staatsma."
In het couvert was eveneens zijn portret gestoken
dat middendoor was gescheurd.
Het pakje bevatte, benevens een ring, eenige kleine
geschenken, die hij aan Ella gegeven had.
Frits herlas den brief verscheidene malen; hij kon
niet begrijpen, dat die brief van Ella was; hij geloofde
niet, dat zij zulk een taal tegen hem kon spreken.
-Hij bestond niet meer voor haar. Neen, dat kon
nietzoo spoedig kon zij hem niet vergetenzoo kon
zij toch plotseling niet veranderd zijn. Misschien