®s
i,
84
kende hij haar nog niet; misschien was zij anders dan
zij zich tegenover hem voorgedaan had; zou hij haar
terugschrijven? zou hij antwoorden?"
Frits antwoordde niet.
De toestand was eenmaal zoo, en hij liet dien zoo
blijven. Eens zou hij toch van haar moeten scheiden
want de toekomst scheen hem overal donker, en waar
om dan nu te vereenigen, wat weêr kort daarna van-
eengerukt zou worden.
Door middel van Goens liet hij aan Piet Staatsma
geven, wat hij van Ella had, met het verzoek, dat
aan haar te overhandigen.
Een geheel jaar is voorbij gevlogen na de scheiding
van Frits en Ella. Het was omgevlogen, en toch
scheen het voor Frits een geheel leven, want er was
in dat jaar veel gebeurd.
Nog voor de zomer van het vorige jaar ingetreden
was, was de heer Halm, na eene ziekte van slechts
enkele dagen, overleden.
Op het sterfbed had Frits zijn oom nog beloofd
voortaan een anderen weg in te slaan, en vóór alles
te zorgen, dat hij eene positie in de maatschappij
kreeg. Hij moest zijne tante, die zooveel van hem
hield, en die hem als haar eigen zoon beschouwde,
later niet tot last worden
Frits had dat beloofd, en zijne belofte zou hij na
komen, het mocht hem kosten wat het wilde. Hij
was in dat ééne jaar geheel anders geworden. De
vroegere levenslustige jongeling was hij niet meer;
eerst was hij van plan geweest, voor het lidmaatschap
van het studentenkorps te bedanken, doch op alge-