f-
100
«'t Gebeurt jou, geloof ik, ook maar ééns, hé?
waarvoor is 't nou weer?"
»0ch," zuchtte ik, «'t heeft niet veel te beduiden;
gewoon vergeten een logarithmentafel mee te biengen
bij bolvormige."
«Daar bof je niet bij, kameraad, maar je kunt er
niets meer aan doen. Heb je een heelen dag?
«Gewoon, hoor! Ja, ja 'tis wel misère: ik zou juist
van daag uit dineeren gegaan zijn.
«Deksels! ik kan nou juist niet zeggen, dat je ge
lukkig bent," klonk het op medelijdenden toon uit den
mond van mijn' vriend, «'tis een leelijke haas voor
je! Maar neem me niet kwalijk, dat ik je moet ver
laten; het Hunnetje staat me aan de poort te wachten,"
en met een «je doe maar!" ging «de Atjehnees,"
meer speciaal bekend onder den naam van Ketchwayo
den corridor op, om het geduld van zijn' vrind «Hun-
netje" niet langer op de proef te stellen.
Ik voor mijbegon voor de zooveelste maal aan
mijn antimoon-trichloruur
Inderdaad scheen deze aanval met eenig succes be
kroond te zullen worden, want niettegenstaande de
herrie achter in de biljartzaal mocht het me gelukken,
een anderhalve bladzij onafgebroken door te lezen. Ik
was genaderd tot de verbinding vanadiumoxy-trichlo -
ruur.
Onwillekeurig richtte ik het hoofd opom het wooi d
nog eenmaal in mijn geest te herhalen en bijna met
schrik zag ik daar een persoon voor me staan, uit
wiens blikken ik wel kon opmakenwat hij te zeg
gen had.