t J 104 leestafel en bij de biljarts als die aan het andere einde der amusementraal, mede, en de Bredasche familie, die juist over de corridors kwam aanwandelen, zal zeker wel niet vermoed hebben, dat zich binnen die zaal bijna geen anderen dan ongelukkige gestraften bevonden. Direct konden we van uit de biljartzaal zien, wan neer het gezelschap de deur binnen kwam. Het wel wat luidruchtig gezang zweeg, de lui aan de leestafel rezen als naar gewoonte heel model op, en een soort stilte verving het rumoer, dat een oogenblik te voren heerschte. Juist kwam ik aan den stoot, toen achter de gor dijnen der biljartzaal de familie zich voor ons oog vertoonde. Ze bestond uit een papa, eene mama en waar schijnlijk twee dochters, het geheel begeleid door een cadet. Een oogenblikje bleef men kijken naar ons spel, maar de cantine scheen nog wel zoo bezienswaardig te zijn, want maar al te spoedig werd achterwaarts front gemaaktennadat papa nog even den publiek- maker in oogenschouw genomen had, afgemarcheerd in de richting van den barenhoek. «Een paar aardige kopjes," zei ik, terwijl ik een stoot maakte, die, zeer terecht, door den Hidoeng «een highkicker" genoemd werd. «Nou, zoo'n enkel beestje kan geen kwaad," hernam ik, maar de Hidoeng hoorde me niet meer, want zijn lievelingsdeuntje: «Pst, mijn jongen, dat wou je wel"hoorende spelenbegon hij op vervaarlijken toon mee te zingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1885 | | pagina 258