J
105
Inmiddels duurde het niet lang, of hij stond op
carambole.
Ik deed een stap buiten de biljartzaal, om zoo
hard mijn longen het toelieten, Pichegru te roepen,
wiens naam na dien van den Hidoeng op het bordje
stond, maar ik had mijn longen kunnen sparen, want
Pichegruof liever Pichezat geen pas van me af
aan de leestafel een »modebild" uit de Fliegende Blatter
te beschouwen.
In allerijl stond hij op, en gaf zijne verwondering
te kennen dat de partij reeds uit was.
Al heel gauw merkte ik, dat nog niemand hem
gevraagd had om mee te spelendus ik beslootmijn
slag te slaan.
ft Geen meespelers?" vroeg ik.
»Nog niet, wil je meedoen?"
Graag, maar dan de Hidoeng natuurlijk ook?"
«Enfin, 't is anders leuker om met 'zen beiden te
spelen"antwoordde Piche met een gezichtalsof hij
't meende.
Wel zeker", hernam de Hidoeng op brommenden
toon, ft't is net of je voor je plezier op de wereld
bent! L'honneur a vous!" en met een bevalligen hand-
^wenk noodigde hij Piche tot den eersten stoot uit.
Met stilzwijgen ga ik deze tweede partij voorbij.
Alleen dient gezegd, dat we onder de bedrijven
door een weinig schor werden van het zingenen
dus heel noodzakelijk weer een paar potjes bier moes
ten bestellen.
't Was bijna drie uur, toen we de keus er bij
neerlegden, en ons tafeltje weer opzochten.
«r-