xcvin de daad waarvoor deze eervolle belooning is toegestaan. Tevens zullen daarbij de namen en kwaliteiten worden opgegeven van die genen welke de verklaring ter staving van liet verrigtte hebben afgelegd. Art. 15. Iemand verdiend hebbende om tot Ridder een er hoogere klasse verheven te wordenzal eerst tot, Ridder der lagere klassen benoemd worden, indien hij dezelven niet reeds te voren heeft verkregenen als dan terstond tot de hoogere klasse worden bevorderd. Art. 16. De bepalingen in de vorige artikelen van 3 tot 15 voorkomende, zullen niet van toepassing zijn op de eerste door Ons te doene benoeming van Ridders. Art. 17. Wij behouden aan Ons de magt ombij het leger tegenwoordig zijnde, die genen welke onder Ons oog, door uitstekende daden uitmuntenzonder iemands tusschenkomstdadelijk door het schenken der orden- teekens te beloonen. Art. 18. Indien een korps bijzonder heeft uitgemunt, zal hetzelve, bij een bijzonder besluit de eer kunnen genietendat deszelfs vaandels of standdaarden met het teeken der Willems-ürde versierd worden. Art. 19. Bij het uitreiken der decoratiën zal altoos de meest mogelijke militaire luister plaats hebben en op het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1886 | | pagina 104