Cl
hein de accolade zal geven. En voorts zoodanige
ceremoniën zullen plaats hebben als telken reis zullen
bepaald worden.
Art. 28.
Bij alle uitreikingen van decoratiënhetzij door
generaals, admiraals, chefs van korpsen of komman
danten van schepenzal dadelijk 11a de overgift dei-
decoratie die geen die het ordensteeken ontvangen
heeft, de accolade van de aanwezige ridders ontvangen.
De onder-olïicieren en soldaten altoos van officieren,
tot 'dezelfde of tot hoogeren klassen in de orde be-
hoorende, en de officieren van hunne gelijken of
hoogeren in de orde.
Art. 29.
Aan ieder Ridder wordt bij deszelfs benoeming
tevens met de decoratie door den kanselier toegezonden
een exemplaar van de wet van 30 April 1815, N°. 5,
benevens een exemplaar van het reglement van
administratie en discipline der orde. Ook ontvangt
hij van de kanselarij zonder eenige kosten zijn Ridder
diploma
Art. 30.
Een gedecoreerd onder-officiersoldaatof matroos
schildwachten passerende, zullen dezelve voor hem het
geweer aantrekken en in het algemeen dezelfde honneurs
aan hem als aan eenen officier bewijzen.