cm
dat het lijk bedektprijkenen de hoeken des kleeds
zoo veel doenlijk gedragen worden door gedecoreerden;
de Ridders die tot het korps behoorenzoo het een
onder-officier of soldaat iszullen het lijk volgen
indien het een officier met de orde van de 3de klasse
versierd isalle Ridders die bij de brigadehet
kantonnement of in het garnisoen tegenwoordig zijn;
en bij de Kommandeurs en Grootkruisen alle de
Ridders van de armee of vloot voor zoo verre hiertoe
geene voor den dienst schadelijke verplaatsing ver-
eischt wordt.
Art. 36.
Een ieder die de eer heelt tot de Militaire Willems-
Orde te behoorenzal altoos in het openbaar met het
Ridderteeken verschijnenhet groote lint evenwel
wordt niet dan in gala boven den rok gedragen.
Art. 37.
De Grootkruisen, Kommandeurs en Ridders, mogen
derzelver wapens met het ordensteeken versieren.
Art. 38.
Bij derzelver overlijden zijn hunne erfgenamen ver-
pligt het versiersel der orde aan den kanselier terug
te zenden.
Art. 39.
Geen krijgsraad of regter spreekt een onteerend
vonnis over een Ridder uitals na aan hem het
ordensteeken te hebben doen alleggen.