J ,0& GIV Art. 40. Onder de onteerende vonnissen wordt mede ge rekend, liet met een briefje van ontslag wegzenden van een onder-officier of soldaat, liet geen dierhalven ten opzigte van eenen gedecoreerden niet zal kunnen geschieden op een eenvoudig voorstel van den kom- mandant van het korps aan den Commissaris-generaal voor het departement van oorlog; maar indien onver hoopt een gedecoreerd onder-officier of soldaat zich aan zoodanige fouten mogt schuldig makenom welke hij met een briefje van ontslag verdient weggezonden te wordenzal de chef van het korps een raad van zeven leden bijeen roepenzoo veel doenlijk zaïnen- gesteld uit gedecoreerde officierenonder-officieren en soldaten van het korpswelke 11a het gedrag van den beschuldigden te hebben onderzocht, derzei ver opinie zullen uitbrengenof de van doorgaande inconduite beschuldigde gedecoreerde, al of niet verdient van het korps te worden weggezondenen indien vijf stemmen tegen den beschuldigden zijn, zal de voordragt aan den Commissaris-generaal geschieden. Onder de leden die in zulk een geval oordeelen zullen 'er genen beneden den graad van den be schuldigden zijnmaar des mogelijk twee met hem in rang gelijk staande, en zoo 'er zich geen twee ge decoreerden van zijn graad bevinden zal de beoordeeling alleen toevertrouwd worden aan hun superieuren officieren en onder-officieren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1886 | | pagina 110