CX1X
VERANDERINGEN EN BENOEMINGEN bij het
personeel der Officieren en Burgerleeraren aan de
Koninklijke Militaire Academiete rekenen van
1 Januari 1885.
AOp verzoek eervol ontheven van hunne betrekkingen
aan de Koninklijke Militaire Academie:
J. C. C. den Beer Poortugael, (30), (Ridder E. K.),
(Ridder 3de kl. der Orde van de Kroon (Pruisen)),
(Ridder der Orde van Dannebrog (Denemarken)), Kolonel-
Gouverneur der K. M. A.benoemd tot Generaal-Majoor,
Inspecteur van liet Militair Onderwijs.
A. Pompe, (Ridder N. L.), (30), Eerste Officier der
K. M. A., benoemd tot Kolonel, commandant van het
6de Reg. Infanterie.
Dr. J. J. de Hollander (Ridder N. L.), Hoofd van
onderwijs voor de litterarische vakken Geschiedenis
Aardrijkskunde en Land- en Volkenkunde van Neder-
landsch-Indië.
H. J. G. Benschop, (20), Majoor der Infanterie,
werkzaam geweest als Kapiteinbelast met de infanterie-
exercitiën en het toezicht op het onderwijs in de dienst
en exercitie-reglementen der infanterie.
A. W. Kattenbusch, Kapitein der Artillerie, werk
zaam geweest als 1ste LuitenantLeeraar in de artillerie,
artillerie-reglementen en exercitiën en lijnteekenen.
G. A Buhlman, 1ste Luitenant der Infanterie,
werkzaam geweest als Oflicierbelast met de militaire
opleiding der Cadetten.
A. E. Roest van Limburg, (E. V. 2), 1ste Luitenant