J cxx der Infanterie, werkzaam geweest als Olïieier, belast met de militaire opleiding der Cadetten. D. C. Njjhoff, Leeraar in de Nederlandsche taai en letterkunde en de geschiedenis. B. Werkzaam gesteld aan de K. M. Academie. L. G. Berends, (30), Kolonel der Art.als Gouverneur. H. J. Krantz, (Ridder N. L.), (25), Majoor der Art., als Eerste Officier. B. C. G. Glasius, (20), Kapitein der Infanterie, als commandant der 2de compagnie Cadetten. N. C. Grotendorst, Kapitein der Artillerie, als Leeraar in de mechanica en waarschijnlijkheidsrekening aan HH. Officieren gedetacheerd aan de 1ste Afdeeling Krijgsschool. A. P. Vaillant, 1ste Luitenant der Infanterie, als Officier, belast met de militaire opleiding der Cadetten. J. Bruining, 1ste Luitenant der Infanterie, als Officier, belast met de militaire opleiding der Cadetten. P. P. C. Colette (gedetacheerd), 2de Luitenant der Infanterie, als Officier belast met de militaire opleiding der Cadetten (is sedert benoemd tot lsten Luitenant). M. J. A. Masthoff, 1ste Luitenant der Artillerie, als Leeraar in de artillerie, artillerie-reglementen en exercitiën en lijnteekenen. C. van Böysen, scheepsbouwkundig ingenieur, als leeraar in de wis- en natuurkunde. M. van der Brugge, als leeraar in de Geschiedenis, Nederlandsche taal- en letterkunde. G. Overleden Geene. <r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1886 | | pagina 126